De eerste noemen we het zinnelijke (Z1) het lekkere, het lijfelijke aspect, het lustvolle, er zin in hebben. Volgens ons misschien wel de belangrijkste maar zeker de meest genegeerde betekenis van zingeving, omdat we vaak niet durven te praten over ons lichaam. Vreemd, want als ons lichaam geen energie meer heeft, zijn we vrij snel opgebrand.
De tweede het zintuiglijke (Z2), het esthetische. Daarbij staan onze zintuigen centraal. Kunnen we wat we maken mooi noemen? En de ruimtes waarin we werken, zijn die prettig, is het er muf, hangt er een irritante zoem of is het er heerlijk stil?
De derde het zinrijke (Z3), de rationele kant van zingeving: we ervaren zin doordat we in staat zijn te verwoorden wat we beleven, ervaren, maken, doen. Dit is de meest letterlijke kant van zingeving door betekenisgeving. Je zou hier ook wel het wat ouderwetse woord ‘bezinning’ voor kunnen gebruiken.
Als laatste onderscheiden we het zinvolle (Z4), dat je bijvoorbeeld achter de doelstelling staat van het werk dat je doet. Dit kunnen je eigen morele doelen of idealen zijn, maar het kan hierbij ook gaan om de visie van het bedrijf die jou inspireert. Of juist niet.
‘We zien dat onze medewerkers eigenlijk geen zin meer hebben. Wat doen we daaraan?’ Je zou kunnen zeggen dat wij Kenniscentrum ZinverZetten hebben opgezet om een antwoord te geven op deze vraag.
De wereld is eenvoudiger dan je denkt.
Voor het project “welkom in Bubbelonië” licht Peter Henk Steenhuis de wereldbeschouwing van René Gude uit aan de hand van het door hem ontwikkelde agoramodel.
Ivar Berix (53) klarinettist van Calefax.
Bij binnenkomst moest je in een kring gaan zitten en een kaartje trekken. Dat deed ik. Toen las ik: ‘De man die bevestiging en goedkeuring zoekt bij zijn vrouw, vindt zijn moeder in bed’.